- sukkelen
- {{sukkelen}}{{/term}}1 [moeilijkheden ondervinden] avoir des problèmes2 [sjokken] (se) traîner♦voorbeelden:1 hij sukkelt met zijn gezondheid • il a des problèmes de santézij sukkelt al weken met een zere enkel • elle souffre de la cheville depuis des semaineshij sukkelt met zijn eindscriptie • son mémoire n'avance pas2 wij sukkelden naar huis • nous nous sommes traînés jusqu'à la maison→ {{link=slaap}}slaap{{/link}}
Deens-Russisch woordenboek. 2015.